50 miljoen ritten in 10 jaar Uber in Nederland
In Nederland zijn er 50 miljoen ritten via de Uber app geboekt. In de ruim 10 jaar tijd dat Uber actief is in Nederland hebben meer dan 6 miljoen passagiers een rit via Uber geboekt. Nu de mijlpaal van 50 miljoen ritten in Nederland is bereikt, blikt Uber terug met een ritje langs de meest bijzondere cijfers.
De 6 miljoen passagiers die de laatste 10 jaar ritten via de Uber app boekten zijn ingestapt bij zo’n 16.000 unieke chauffeurs. De passagiers kwamen voornamelijk uit Nederland, maar in totaal gebruikten passagiers uit 134 verschillende landen de app om een rit te boeken in ons land. Vooral door bezoekers uit de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland en Australië zijn er veel ritten geboekt.
Emissievrij
Er is in 10 jaar tijd veel veranderd op het gebied van mobiliteit. Zo is elektrisch en hybride rijden steeds meer de norm geworden. Vooral de Toyota Prius, Nissan LEAF en Toyota Auris zijn populaire elektrische en hybride voertuigen onder de chauffeurs. Uber wil in 2030 in de grote steden van Europa een emissievrij mobiliteitsplatform te zijn. Zo is er een samenwerking met Hertz opgezet om 25.000 elektrische voertuigen beschikbaar te maken en werkt Uber samen met bp pulse zodat chauffeurs toegang krijgen tot het snellaadnetwerk van bp.
Bijzondere gebeurtenissen
De hoogste fooi die in de afgelopen 10 jaar voor een rit werd gegeven bedroeg € 140. Dit was voor een rit van 69 kilometer die plaatsvond in de zomer van 2020. De langste rit die ooit vanuit Nederland is geboekt had een lengte van bijna 1.400 km en ging richting Hannover in Duitsland. Chauffeur Pieter Jan Nieuwenhuyzen: “Sinds 2016 maak ik als chauffeur gebruik van de Uber app. Wat ik nooit zal vergeten is toen ik tijdens de spits een vrouw die op het punt stond te bevallen van Amsterdam-West naar het OLVG in Oost bracht. We waren er op tijd en de baby is veilig en gezond ter wereld gekomen. Of toen de avondklok van kracht was tijdens de pandemie en ik over de uitgestorven wegen en straten verpleegkundigen naar het ziekenhuis bracht. Dat voelde heel surrealistisch, maar ook vervullend. Alsof je toch je steentje bijdroeg.”
